Als iemand tijdens een reis naar Rusland naar een bepaald radiostation op de radio luistert, zal hij merken dat het in verschillende steden op verschillende golven uitzendt. Dit roept de logische vraag op: waarom gebruikt het radiostation niet één frequentie om een signaal door het hele land te verzenden?
Radio ontwikkeling
De natuurkundige Hans Oersted stelde in 1820 experimenteel vast dat elektriciteit magnetische objecten kan beïnvloeden. Hij plaatste een kompas bij de voltpool, waarna hij het elektrische circuit sloot. Tijdens het opwarmen van de draad is de kompasnaald afgebogen. Zo bewees de wetenschapper het bestaan van elektromagnetische golven, waarmee je op afstand een signaal kunt uitzenden.
De ontdekking van Oersted heeft meer aandacht gekregen in de wetenschappelijke gemeenschap. In 1895 vond Alexander Popov de eerste radio-ontvanger uit die signalen van een afstand kon ontvangen. Een jaar later was Guglielmo Marconi de eerste die deze uitvinding patenteerde. De Italiaan creëerde een ontvanger die volgens hetzelfde principe werkte en registreerde deze op zijn naam. Het is vermeldenswaard dat Marconi het apparaat heeft uitgevonden, zonder iets te weten over de werken van Popov. Beide wetenschappers creëerden hun eigen versies van de radio onafhankelijk van elkaar (dit is geen geïsoleerd geval in de geschiedenis - de uitvinding van de telefoon is een bevestiging hiervan). En mensen discussiëren nog steeds over wie als de rechtmatige uitvinder van de radio moet worden beschouwd.
Het gebied van radio begon zich snel te ontwikkelen in de wereld.Al in 1906 was er een succesvolle verzending van een bericht tussen twee radiostations in morsecode, waardoor mensen op afstand konden communiceren zonder letters. Eind dat jaar werd er een audiosignaal uitgezonden op de radio.
Drie jaar lang hebben natuurkundigen en uitvinders van die tijd het mechanisme van radio-ontvangers serieus verbeterd en hun kracht vergroot. In 1909 begon het eerste radiostation ter wereld, San Jose Calling, gevestigd in Californië, met zijn werk.
Interessant feit: op dat moment verscheen de uitdrukking "uitzending", het was geleend van boeren, die het proces van het strooien van zaden in bedden noemden.
In de jaren 1920 werd de amplitudesignaaltransmissiemethode (AM) uitgevonden, die uitzendingen over lange afstanden mogelijk maakte. En in 1941 ontdekten mensen de methode van frequentiemodulatie (FM). Met deze methode konden signalen met een specifieke frequentie worden verzonden. Hierdoor kon elk station een individuele frequentie gebruiken en de rest niet storen.
Nog niet zo lang geleden begonnen radiostations in Europa te experimenteren met de digitale omroepmethode, maar op dit moment is er nog geen wijdverbreid gebruik van gemaakt.
Waarom zendt een radiostation uit op verschillende frequenties in verschillende steden?
In Rusland gebruiken de meeste stations frequentiemodulatie (FM) voor signaaloverdracht. Elk signaal vereist een individuele frequentie, die niet door de rest kan worden ingenomen, om geen interferentie in de lucht te veroorzaken. Alle radiofrequenties zijn eigendom van de staat en worden gebruikt voor hun respectievelijke behoeften. Gedistribueerd door concurrentie.
Omdat uitzendtechnologie nu algemeen beschikbaar is, kan iedereen een station organiseren en uitzendingen op een bepaalde afstand uitvoeren (door een vergunning af te geven). Hierdoor zijn er duizenden radiostations in het land en wordt er voor elk een aparte frequentie toegewezen.
Om een eigen uitzendgolf te ontvangen, registreert het station zich in zijn regio. Bovendien zijn er in Rusland zowel lokale radiokanalen die een signaal alleen binnen een stad of regio uitzenden, als grote met een breed zendnetwerk.
Vanwege het grote aantal lokale stations zenden grote stations in verschillende steden een signaal uit op verschillende frequenties. Wanneer een groot radiostation besluit om een uitzending in een andere stad te openen, kan het heel goed blijken dat een lokaal station al op zijn gebruikelijke golven werkt. Hierdoor moet je een andere frequentie nemen.
Radiozenders zenden uit op verschillende frequenties in verschillende steden, aangezien deze frequentie al bezet kan zijn door de lokale zender. Hierdoor wordt voor de esters een andere frequentie gekozen.