In het Natuurhistorisch Museum van Berlijn werd de oudste lelie ter wereld ontdekt, waarvan de leeftijd meer dan 110 miljoen jaar bedraagt. Op de bemonsteringslocatie lag voorheen een zoetwatermeer.
In de kalksteen uit de gemeente Kratu zijn al plantkalkstenen gevonden. Hier werden fragmenten gevonden van een oude laurier, peper, magnolia. Volgens biologen was de flora van het gedroogde meer erg divers. Maar voor het eerst werd zo'n oud, perfect bewaard gebleven exemplaar uit het Krijt gevonden.
Door te scannen bepaalden wetenschappers de integriteit van de stengel, de uitstekende conditie van het vertakte wortelstelsel, onderzochten verschillende hele bladeren en een knop. Een bloem van ongeveer een halve meter hoog heet Cratolirion bognerianum. Misschien is dit de oudste eenzaadlobbige die ooit is gevonden.
De klasse van eenzaadlobbigen wordt niet alleen bepaald door één kiemblad. Vertegenwoordigers van de klasse hebben een vezelachtig wortelstelsel dat geen hoofdwortel heeft. Bladeren zonder stippen, de stengel vertakt niet, de structuur van de bloem is van een drievoudig type. Alleen door een combinatie van verschillende kenmerken kunnen we de plant als eenzaadlobbige bepalen; ze zijn duidelijk gevestigd in de gevonden lelie.
Vind waarde
In het Krijt vonden de belangrijkste veranderingen in de flora plaats. Het was toen dat de voorouders van de bijen verschenen, waardoor angiospermen zich ontwikkelden. Samen met hun ontwikkeling nam het aantal insecten toe, wat een impuls gaf aan de evolutionaire veranderingen van veel diersoorten.
Nerd K. Coffard merkt de waarde van de vondst op, wat de theorie bevestigt van de oorsprong van bloeiende planten in tropische gebieden. Misschien zal de oude lelie licht werpen op de ontwikkeling van angiospermen. Het bestond al lang voor het uitsterven van de dinosauriërs, toen bloeiende planten net begonnen te evolueren.
Het is niet bekend wanneer en hoe de indeling in eenzaadlobbige en tweezaadlobbige klassen heeft plaatsgevonden. Sommige wetenschappers zijn van mening dat uit de primitieve tweezaadlobbige lelie en andere families van eenzaadlobbige planten kwamen. Hun tegenstanders geloven dat tweezaadlobbigen zijn geëvolueerd uit moerassige eenzaadlobbige planten, wat betekent dat kruidachtige planten de voorouders zouden kunnen zijn van bloeiende planten.
Vondsten zoals Cratolirion bognerianum helpen wetenschappers om de evolutionaire volgorde te herstellen. Details over de studie van de gevonden lelie en het effect ervan op de huidige classificatie worden beschreven in het tijdschrift Nature Plants.