De gevleugelde uitdrukking "geld ruikt niet" is van de Romeinse keizer Vespasianus, die regeerde van 69 tot 79 jaar. Eeuwenlang, jaar na jaar, 'poetsten' ze deze zin, waardoor ze de betekenis kreeg die ze nu in zich draagt.
Geschiedenis van expressie
Samen met de macht van Titus ontving Flavius Vespasianus een land dat verwoest was door een lange burgeroorlog. De nieuwe keizer moest de financiële situatie van Rome zo snel mogelijk herstellen. Hij was er zeker van dat een goed doel alle middelen rechtvaardigt, en daarom verhoogde hij allereerst de in het land bestaande belastingen en introduceerde hij nieuwe.
Een van die belastingen is het gebruik van een openbaar toilet. Omdat dergelijke gebouwen van marmer waren gebouwd, zagen ze er erg rijk en representatief uit, niet iedereen kon hier bezoeken. De grootste last van de belasting viel echter niet op bezoekers, maar op waskleurmiddelen die bij hun werk vloeibare menselijke producten gebruikten. Het werd niet als een beschamend product beschouwd, maar als een zeer nuttige grondstof. De essentie hiervan verandert echter niet.
Op een keer kwam de erfgenaam van keizer Titus, geïrriteerd door onflatteuze praatjes over zijn vader, naar de heerser en verweet hem de onwaardige belasting. Vespasianus vroeg zijn zoon om het geld te ruiken en vroeg of ze stonken. Na een ontkennend antwoord te hebben ontvangen, zei de keizer: "Geld ruikt niet."
Ondanks de grote onvrede voldeed de belasting aan haar doel en vulde ze de staatskas aan.
Interessant feit: er moet rekening mee worden gehouden dat in het oude Rome 'latrins' (toiletten) niet alleen bedoeld waren voor de natuurlijke behoeften van het lichaam. Alle schermen en partities waren hier afwezig en het hele proces vond plaats vlak voor alle aanwezigen. Toegegeven, weinig mensen schaamden zich. In het openbare toilet kon men nuttige contacten leggen, dringende problemen bespreken en de langverwachte uitnodiging voor een diner in een rijk huis ontvangen. Om deze reden kwamen mensen hier vaak niet alleen om zichzelf te ontlasten.
Wat betekent een slogan?
In moderne zin wordt de gevleugelde uitdrukking "geld ruikt niet" alleen in figuurlijke zin gebruikt. Als geld inkomen genereert, maakt het niet uit hoe ze worden verdiend. Meestal heeft de zin een afkeurende bijklank. Mensen noemen de verkregen middelen op een dubieuze manier vies. Deze uitdrukking bevalt echter degenen die niets mijden voor persoonlijk gewin.
Dit is een internationale uitdrukking
In het Latijn klinkt deze zin als "Pecunia non olet". Hoewel de Latijnse taal geen communicatietaal is, is het een echte opslagplaats van oude Romeinse wijsheid. Daarom is het niet verrassend dat de beroemde uitdrukking van Vespasianus niet alleen bekend is bij de Russisch sprekende bevolking. Europeanen gebruiken deze zin ook.
Interessant feit: de beroemde belasting van Titus Flavius Vespasian is niet de enige in de geschiedenis van absurde en absurde betalingen. De Byzantijnse luchtbelasting lijkt op de plot van het verhaal van Cipollino, wiens helden in dezelfde situatie verkeerden.Of, stel, een belasting op ramen in Nederland, waardoor mensen gedwongen worden om alle raamopeningen in huis met een steen te leggen. U kunt zich de Venetiaanse belasting op de schaduw herinneren, die de eigenaren van straatcafés hebben geleden.
De uitdrukking van de Romeinse keizer Vespasianus "geld ruikt niet" hangt samen met zijn verlangen om geld te verdienen aan mensen die openbare toiletten bezoeken. De uitdrukking wordt nu gebruikt om de ongepaste manier van gemakkelijk geld aan te duiden en heeft een afkeurende betekenis. Analogen van expressie worden gevonden in alle Europese talen van Latijnse oorsprong.