Een persoon kan bepaalde visuele illusies zien - illusies. Dit suggereert dat ze complexe signaalverwerkingsmechanismen hebben die visuele analysatoren binnendringen en een aantal kenmerken hebben van hogere zenuwactiviteit.
De mensheid is zich al duizenden jaren bewust van visuele illusies. Ze werken bij mensen omdat hun ogen een complexe structuur hebben en daarin zitten de zogenaamde blinde vlekken en andere kenmerken. Daarom lijkt hetzelfde onderwerp voor elke persoon anders.
Studies hebben aangetoond dat ze apen, duiven en honden voor de gek kunnen houden. Een nieuw werk gepubliceerd in het gerenommeerde Journal of Comparative Psychology laat zien dat reptielen vatbaar zijn voor visuele illusies. Dit lijkt verrassend, omdat dergelijke dieren, zoals eerder werd gedacht, geen complexe visie hebben en wetenschappers niet aannamen dat visuele illusies erop konden inwerken.
Maria Santaka onderzocht met collega's van de Universiteit van Padua (Italië) de illusie van Delbeuf. Dit is een optische illusie die de onjuistheid van visuele waarneming van een relatieve omvang laat zien. Als je twee identieke gevulde cirkels naast elkaar legt en er een met een ring omringt, dan zal de laatste groter lijken. Bovendien, hoe kleiner de ring, hoe groter de cirkel erin zal lijken. In feite zijn de cirkels precies hetzelfde.
Apen kunnen dezelfde illusie zien.Ze toonden platen van dezelfde grootte en werden omringd door cirkels (de straal van de getekende cirkel was totaal anders). Vervolgens keken wetenschappers naar welk bord het dier sneller zou draaien.
Vervolgens hebben wetenschappers de ervaring aangepast en goodies geplaatst voor schildpadden en hagedissen. Om te beginnen werden traktaties van verschillende groottes op identieke borden geplaatst. Er was geen illusie en de hagedissen hadden haast om plaats te nemen aan de grote borden. Hier hadden de schildpadden weinig belangstelling voor. Misschien komt dit door enkele structurele kenmerken van het gezichtsorgaan bij deze dieren.
Vervolgens werd het experiment aangepast. Dieren kregen een traktatie van dezelfde grootte, maar de porties werden op platen van verschillende grootte geplaatst. Op deze manier werd de Delbef-illusie nagebootst.
In dit geval waren schildpadden niet consistent in een van de soorten experimenten. Maar de hagedissen probeerden snel naar dat gedeelte te rennen, dat visueel groter leek, hoewel dat in feite niet het geval was.
Dit experiment toonde aan dat sommige reptielen, zoals individuele vogels, zoogdieren moeilijk visuele signalen kunnen interpreteren en verwerken. Deze dieren kunnen dus ook worden misleid door visuele illusies.
Deze studie zal helpen om de geheimen van het zenuwstelsel van niet alleen dieren, maar ook van mensen te onthullen. De hogere zenuwactiviteit van levende wezens is tenslotte een van de meest mysterieuze voor biologen.